27/6/2021 0 Comments STILTEZodra je kinderen krijgt, is het gedaan met de stilte.
Nou was dat proces bij mij al eerder begonnen - toen ik mijn lief ontmoette - maar je weet pas echt wat herrie is als je jonge kinderen in huis hebt. Een krijsende baby is als ‘kryptonite’ voor kersverse ouders. Je kunt niets meer, laat alles uit je handen vallen, het enige wat je wilt is dat DE BABY STOPT MET HUILEN. Ik ben heel blij met mijn twee kinderen, maar ik heb nooit een groot gezin geambieerd. Ik vond de baby’s die ik heb mogen meemaken al luidruchtig genoeg. En dan viel onze oudste nog mee, achteraf gezien. Hij huilde als te vroeg geboren klein garnaaltje wel veel, maar dat was een klagerig 5 ponds huiltje, niet te vergelijken met de gezonde zeven ponder die we daarna kregen. Zijn zusje kon een flinke keel opzetten. Gelukkig huilde ze alleen als ze honger had, werd mevrouw op haar wenken bediend dan was ze heel lief. En dat is eigenlijk nog steeds zo. Peuters kunnen ook goed herrie maken. Gillen, schreeuwen, liefst terwijl ze elkaar met een blokje op het hoofd timmeren. Het is een manier van communiceren. In dat kader schijnt het dat je baby’s en peuters gebarentaal kunt leren. Ik heb weleens een halfslachtige poging gedaan, maar het was bij onze kinderen eigenlijk niet nodig, omdat ze snel leerden praten. Met als gevolg dat ze ons de oren van het hoofd kletsten. En dat doen ze nog steeds. Heel wonderlijk, hoe die kleine wezentjes die uit ons zijn voortgekomen hun eigen mening en kijk op de wereld hebben. Toen de kinderen klein waren waren momenten van stilte zeldzaam. Zelfs als ik op de wc zat klopte er vaak een knuistje tegen de deur: ‘Mama? Mama!’ Ik heb sinds ik kinderen heb altijd de deur van de wc open, de weg van de minste weerstand. Ik wil dat op mijn werk nog wel eens vergeten, daar moet de deur wel dicht. Alleen als mijn man erbij was, kon ik rustig naar de wc. Als je kinderen groter zijn, kun je je bijna niet meer voorstellen dat dat je enige rustmoment was, op de wc. Tegenwoordig zijn onze kinderen tieners en slaan ze nog maar zelden met blokjes op elkaars hoofd. En de laatste jaren kwam het steeds vaker voor dat beide kinderen niet thuis waren. Muziekles, hockey, spelen bij vriendinnetjes, buiten voetballen. Dan zat ik alleen in de woonkamer en kon een boek lezen. Een boek! Of ongestoord pianospelen, ook zo heerlijk. Toen ze kleiner waren probeerde ik dat ook wel eens, maar dat werd toch vaak een quatre-mains. Of een six-mains. In coronatijd komt het niet meer zo vaak voor dat ik alleen thuis ben, zonder mijn druktemakers. Maar als het gebeurt, vind ik het heerlijk om even in de stilte te zijn. De enige die nu nog stil moet zijn, is de stem in mijn hoofd. Die zegt dat ik nu mooi een wasje kan draaien.
0 Comments
24/6/2021 0 Comments BROKKENPILOOTAls je kinderen geboren worden, zijn ze helemaal gaaf. Geen sneetjes, geen blauwe plekken. Soms, als de geboorte ruig was, kun je dat wel zien aan de baby. Dan hebben ze een langwerpig hoofd of ergens een grote rode plek, maar dat trekt bij de meeste baby’s wel weer weg. En dat perfecte babylijfje, zo zacht als een perzik en glad als een onbeschreven vel papier, daar komt dan ineens een krasje op. De eerste keer vallen of stoten is een groot drama. Het kindje huilt alsof zijn of haar laatste uur geslagen heeft, papa zit al met zijn vinger op de 112-sneltoets. Het blijkt mee te vallen. Kindje houdt op met huilen, kusje erop, klaar.
Door de jaren heen bouw je als ouder wel wat weerstand op. De schrammetjes worden vervangen door bulten, deuken, schaafwonden en blauwe plekken. Vooral als ze net een beetje kunnen lopen, zitten ze vaak precies met hun hoofdje ter hoogte van tafelranden en -hoeken. Ze stoten een paar keer per dag hun hoofd. De visite schrikt daar altijd erg van. Het kind zelf vaak minder. Bots voor de gein eens tegen een peuter op, dan merk je dat hun hoofdje een stuk harder is dan die van jou. Er zijn genoeg boekjes waarin wordt geadviseerd hoe je je huis ‘child-proof’ kunt maken. Alle stopcontacten beveiligd, hoeken met piepschuim afgeplakt en traphekjes monteren. Je kunt daarin ook te ver gaan. Ik vond altijd dat mijn kinderen maar ‘world-proof’ moesten worden. Als je bij iemand anders langsgaat, zijn de stopcontacten ook niet afgeplakt. Ik leerde mijn kinderen al heel snel traplopen. Dan kun je ze daarna ook meteen leren hoe ze boven iets voor je kunnen gaan halen. Hoe groter je wordt, hoe harder het aankomt. Zo had onze dochter na een val met een step een mooie schaafwond op haar neus en wangen, die wekenlang zichtbaar bleef. En onze zoon had vorig jaar zo ongeveer om de drie weken een hockey-blessure. De zakjes diepvrieserwtjes - bij wijze van icepack – waren niet aan te slepen. Ik merk dat mijn zorgen dit jaar zijn verschoven van hockey- en voetbalblessures naar het grotere werk. Zoals of ze alleen in het donker naar huis kunnen fietsen, of ze van drank en drugs afblijven, of ze straks gaan roken. Je moet ze hun eigen fouten laten maken, zeggen ze dan. Maar wat zou ik de wereld graag afplakken voor mijn kinderen. Gewoon de scherpe randjes bedekken met piepschuim, hier en daar een traphekje zetten en de stopcontacten afplakken. En als ze dan wel ongenadig hun neus stoten, een kusje erop. 24/6/2021 0 Comments WATEROoit las ik het volgende advies: ‘When your children are crabby, put them in water’. ‘Crabby’ wil zoiets zeggen als prikkelbaar, onrustig. Best goed advies, weet ik inmiddels uit ervaring. ‘Put them in water’ klinkt een tikje doortastend, maar het betekent iets heel onschuldigs: zodra kinderen in aanraking komen met water, raken ze goedgehumeurd. Hetzelfde geldt overigens voor volwassenen, voor een groot gedeelte. Bedenk maar hoe verkwikt en verfrist je je voelt na de douche ’s ochtends of hoe heerlijk ontspannen het is om in bad te gaan na een koude, vermoeiende dag. Zwembaden kunnen overigens een wisselend effect op volwassenen hebben, weet ik uit ervaring. Mijn lief raakt subiet overprikkeld door zo’n luidruchtige en onhygiënische pan chloorsoep, waardoor krioelende kinderen, pubers en volwassenen zich een weg proberen te banen. Ik heb geen hekel aan zwembaden, maar probeer mijn zwembadbezoek wel te plannen op rustige momenten. En ik ben meer van het zwemmen in natuurwater. In onze jaren in Suriname heb ik volop kunnen genieten van het heerlijke water van de Surinamerivier, op lichaamstemperatuur. Waar je in Nederland toch even ‘door’ moet komen, loop je in Suriname zo de rivier in. De eerste kennismaking van onze oudste met zwemmen was overigens niet in de Surinamerivier, maar in Colakreek, zo geheten vanwege de roodbruine kleur van het water. Colakreek is niet warm, maar behoorlijk fris. In een tropisch land is dat best lekker, maar niet als je net een paar maanden uit de baarmoeder bent. Onze oudste vond het dan ook helemaal niks en zette het op een schreeuwen. Gelukkig bleef zijn weerstand tegen zwemmen bij die ene keer en zwom hij vanaf 8 maanden tot ongeveer 1,5 jaar bijna dagelijks. Hij kon zichzelf zonder problemen boven water houden, maar helaas verleerde hij dit snel toen we terug in Nederland waren. Met als gevolg dat hij er twee jaar over deed om diploma A en B te halen. Voor de zweterige paskamers, chloorlucht in mijn neus en plakkende zwembroekjes koester ik geen nostalgische gevoelens, kan ik u verklappen. Het enige prettige was dat ik in de zwembadkantine een uurtje ongestoord kon schrijven. Onze jongste was al net zo’n fan van water, maar net als haar broertje niet van koud water. Op vakantie in Portugal liep zij als tweejarige in haar badpakje met ruches en een gebloemd hoedje op als een tuttige Engelse dame met haar oranje gietertje heen en weer langs de rand van het zwembad. Ze weigerde erin te komen. Haar vader deed een poging om haar kennis te laten maken met het fenomeen ‘als je eenmaal door bent, is het heel lekker’, maar ze moest er niets van hebben. Ze begon te krijsen en hield dit vol net zolang tot wij snapten dat de poging mislukt was. Na een paar keer gaven we het maar op en moest de hele verdere vakantie iemand op de rand van het zwembad zitten om op haar te letten. We mochten haar af en toe afblussen met wat gespetter en een emmertje, maar verder bliefde madam niet te gaan. Zelfs niet toen haar neefje - van dezelfde leeftijd - er met een plons pardoes en zonder pardon insprong, onder veel bewondering van de aanwezige volwassenen natuurlijk. Sinds ze wat groter zijn hebben onze kinderen meer ervaring met zwemmen in koud water, vooral door mijn dappere pogingen ze daarin mee te slepen. We zijn niet vaak aan zee, maar als we er zijn ga ik er meestal wel in. Nou ben ik geen ‘Iceman’, maar de verfrissende en verjongende werking van zwemmen in een ijskoude zee kan ik wel waarderen. In Nederland heb je ook weinig keuze, als je houdt van natuurwater zet je je schrap en spring je erin. En het werkt nog steeds, je voelt je direct beter, ook als je 46 bent. |
Archives
September 2021
Categories |